-
1 Arrest
Arrest〈m.; Arrest(e)s, Arreste〉♦voorbeelden:im, in Arrest sitzen • in arrest zittenArrest auf die Güter legen • beslag leggen op de goederenden Besitz mit Arrest belegen, unter Arrest stellen • beslag leggen op de bezittingen -
2 Beschlag
-
3 beanspruchen
-
4 beschlagnahmen
beschlagnahmen1 in beslag nemen, beslag leggen op -
5 Tag
〈m.; Tag(e)s, Tage〉♦voorbeelden:seine großen Tage haben • grootse dagen belevenguten Tag! • (goeden)dag!den lieben langen Tag • de godganse(lijke) dageines schönen Tages • op een goeie dagdie Tage nehmen ab, zu • de dagen korten, lengenjemandem den Tag stehlen • op iemands (kostbare) tijd beslag leggenden Tag totschlagen • de tijd dodenalle acht Tage • om de acht dagendieser Tage • (een) dezer dagenjeden zweiten Tag • om de andere dag, om de twee dagenam Tag(e) • overdagspät am Tag • laat op de dagam folgenden, nächsten Tag, am Tag(e) darauf • de volgende dag, de dag daaropan den Tag kommen, treten • aan het licht komenviel Mut an den Tag legen • veel moed aan de dag leggenauf seine alten Tage • op zijn oude dagauf den Tag (genau) • (precies) op de dag zelfaus fernen Tagen • uit het verre verledenbei Tage besehen • op de keper beschouwdbis in den Tag hinein schlafen • een gat in de dag slapenTag für Tag • dag na dagbis in unsere Tage • tot op onze dagenin den Tag hinein leben • van de ene dag in de andere levenin seinen jungen Tagen • in zijn jonge jareneinen Tag nach dem anderen • dag aan dagden Tag über • overdageinen Tag um den anderen • om de andere dagTag um Tag verging • dag na dag verstreekunter Tags • overdagKohle zu Tag fördern • kolen delveneines Tages • op een dag, op zekere dagewig und drei Tage • een eeuwigheidein Unterschied wie Tag und Nacht • een verschil van dag en nacht〈 spreekwoord〉 es ist noch nicht aller Tage Abend • wat niet is, kan nog komen -
6 Arrest auf die Güter legen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Arrest auf die Güter legen
-
7 Inanspruchnahme
Inanspruchnahme〈v.; Inanspruchnahme〉 〈 formeel〉2 het opeisen ⇒ het beslag leggen op, belasting♦voorbeelden:2 eine ständige Inanspruchnahme durch ein Studium • een constante belasting tengevolge van de studie -
8 binden
binden2 beslag leggen op ⇒ (voor zich) opeisen, vereisen, vergen♦voorbeelden:gebundene Rede • gebonden stijl, poëziedie Suppe binden • de soep binden -
9 jemandem den Tag stehlen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandem den Tag stehlen
-
10 mit Beschlag belegen
mit Beschlag belegen -
11 pfänden
-
12 vereinnahmen
-
13 einziehen
-
14 jemandes Vermögen einziehen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemandes Vermögen einziehen
См. также в других словарях:
Beschlag — Etwas in Beschlag nehmen. Holl.: Ergens beslag op leggen. (Harrebomée, I, 50.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon